GO-e uitgelegd
Aanleiding van het GO-e project
Elektrificatie is een essentieel onderdeel van de energietransitie in de gebouwde omgeving. Dat is zichtbaar in de groei van het aantal warmtepompen, elektrische auto’s en zonnepanelen. Dit geeft grote uitdagingen voor regionale (en landelijke) netbeheerders in het voorkomen van netcongestie. Het biedt ook kansen. Netverzwaring is de gangbare oplossing, maar is door beperkte middelen (geld, doorlooptijd en technisch personeel) niet altijd haalbaar en wenselijk. Het op grote schaal inzetten van slimme flexibiliteitsdiensten is een alternatief om de beschikbare netcapaciteit zo goed mogelijk te benutten. Daarnaast kan flexibiliteit (vaak afgekort tot flex) zorgen voor betere lokale benutting van decentraal, duurzaam opgewekte elektriciteit. De toepassing van flexdiensten en -producten kan alleen slagen als deze worden ontwikkeld vanuit systeemdenken: oplossingen moeten niet alleen waarde leveren voor de leveranciers van flexdiensten en -producten, maar ook voor consumenten, zakelijke energiegebruikers en netbeheerders. Het vereist eveneens institutionele aanpassingen. Dat vereist samenwerking, of op zijn minst afstemming, tussen alle stakeholders in het elektriciteitssysteem.
Blijf op de hoogte van de laatste resultaten uit het GO-e project door ons te volgen op LinkedIn
Doel van het project
Het GO-e consortium van regionale netbeheerders, diensten- en technologieleveranciers, adviseurs en kennisinstellingen geeft invulling aan de doelen van MMIP 5 met waarde voor deze partijen èn gebruikers. Concreet: (1) Schaalbare flexdiensten die bijdragen aan een betere benutting van lokale energiebronnen èn bijdragen aan reductie van (de toename in) piekbelasting van regionale netten; (2) Standaardisatie, interoperabiliteit en cybersecurity zijn integraal onderdeel van deze diensten en producten zodat flexibiliteit op grote schaal betaalbaar en veilig beschikbaar komt. (3) Regionale netbeheerders kunnen onderbouwd beslissen of, wanneer, waar en hoe flexibiliteit ingezet dient te worden om netcongestie te voorkomen; (4) Netbeheerders en dienstverleners hebben daartoe inzicht in de impact van elektrificatie in de gebouwde omgeving en in de potentie van oplossingen zoals flexdiensten; en (5) De consumenten en zakelijke energiegebruikers staan centraal in het ontwerp van de flexdiensten en -producten in GO-e door gebruik van het innovatieve ‘participatie by design’. GO-e oplossingen dienen uiterlijk in 2025 voor het eerst te zijn toegepast in het elektriciteitssysteem.
Projectresultaten
Alle publieke eindresultaten van GO-e zijn inmiddels te beschikbaar bij Eindresultaten!
De resultaten van GO-e zijn:
- Prototypes van schaalbare en gedragen flexdiensten voor consumenten en zakelijke energiegebruikers.
- Protocollen en architectuur voor open en schaalbare flexibiliteitsontsluiting.
- Gedragen strategie voor succesvolle uitrol van flexibiliteitsontsluiting.
- Afwegingskader voor de inzet van flexibiliteit voor congestiemanagement in de gebouwde omgeving.
- Selectie van flexafroepmechanismen voor regionaal netbeheer.
- ‘Recommended practice’ voor het mitigeren van mogelijk negatieve bijeffecten van grootschalige implementatie van nieuwe optimalisatie- of aansturings-algoritmes.
- Rekenmodellenketen voor analyses van de impact van elektrificatie en toekomstige flexibiliteitsbehoeften en -potentie op midden- en laagspanningsnetten.
- Praktijktoepassing van rekenmodellen voor de onderbouwing van de investeringsagenda van netbeheerders.
De hele flexketen is vertegenwoordigd in GO-e. Door samen te werken met eindgebruikers vormt dit een sterk consortium met een grote reikwijdte en klantbestand. Deze samenwerking resulteert in integrale en afgestemde systeemoplossingen. Dat stelt GO-e in staat om resultaten met een grote impact in de markt te introduceren.
Het GO-e project wordt uitgevoerd met Topsector Energiesubsidie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koningsrelaties.